zaterdagmarkt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zaterdagmarkt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • za·ter·dag·markt
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zaterdagmarkt zaterdagmarkten
verkleinwoord zaterdagmarktje zaterdagmarktjes

Zelfstandig naamwoord

dezaterdagmarktv/m

  1. een markt die op zaterdag wordt gehouden.
    • Op de zaterdagmarkt verkochten de marktlui hun waren. 

Gangbaarheid

  • Het woord zaterdagmarkt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.