zedenpreker

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zedenpreker    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ze·den·pre·ker
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zedenpreker zedenprekers
verkleinwoord zedenprekertje zedenprekertjes

Zelfstandig naamwoord

dezedenprekerm

  1. iemand die zedenpreken houdt
    • Hij is al jaren een verwoed zedenpreker. 

Gangbaarheid

  • Het woord zedenpreker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.