zeeziek

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zeeziek    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈzezik/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • zee·ziek
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen zeeziekzeeziekerzeeziekst
verbogen zeeziekezeeziekerezeeziekste
partitief zeeziekszeeziekers-

Bijvoeglijk naamwoord

zeeziek

  1. een misselijk en beroerd gevoel hebbend door ongerelmatige beweging van een schip
    • Toen pas wisten ze dat hij een zeezieke jongen was. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord zeeziek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.