zelfverzekerdheid
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zelfverzekerdheid (hulp, bestand)
Woordafbreking
- zelf·ver·ze·kerd·heid
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van zelfverzekerd met het achtervoegsel -heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zelfverzekerdheid | zelfverzekerdheden |
verkleinwoord | zelfverzekerdheidje | zelfverzekerdheidjes |
Zelfstandig naamwoord
de zelfverzekerdheid v
- de mate waarin iemand zelfverzekerd is
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord zelfverzekerdheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.