zelfverzekerdheid

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zelfverzekerdheid    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • zelf·ver·ze·kerd·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zelfverzekerdheid zelfverzekerdheden
verkleinwoord zelfverzekerdheidje zelfverzekerdheidjes

Zelfstandig naamwoord

dezelfverzekerdheidv

  1. de mate waarin iemand zelfverzekerd is
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord zelfverzekerdheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.