zetter

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zetter    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • zet·ter
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘tekstopmaker’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1567 [1]
  • afgeleid van zetten met het achtervoegsel -er [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord zetter zetters
verkleinwoord zettertje zettertjes

Zelfstandig naamwoord

dezetterm [3]

  1. (beroep) iemand die of iets dat zet, vaak een letterzetter
Hyponiemen
Verwante begrippen
  • zetster
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord zetter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
89 %van de Nederlanders;
84 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.