zeulen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zeulen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • zeu·len
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘voortslepen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1667 [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
zeulen
zeulde
gezeuld
zwak -d volledig

Werkwoord

zeulen

  1. inergatief ~ met: met inzet van grote inspanning iets dragend rondlopen
    • Hij zeulde de hele dag met een zware zak schoenen. 
  2. overgankelijk iets met grote inspanning verplaatsen
    • Ze zeulden de koffers de trap op. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord zeulen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.