lug
Engels
Uitspraak
- Geluid: lug (AU) (hulp, bestand)
- IPA:
enkelvoud | meervoud |
---|---|
lug | lugs |
Zelfstandig naamwoord
lug
- ruk
- uitsteeksel
- (kleding) oorklep
- (scheepvaart) loggerzeil
- (techniek) wielmoer
- (elektronica) kabelschoen
- (scheldwoord), (AE) stommeling
Synoniemen
- [1] lug nut
- [2] terminal lug
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to lug |
he/she/it | lugs |
verleden tijd | lugged |
voltooid deelwoord |
lugged |
onvoltooid deelwoord |
lugging |
gebiedende wijs | lug |
Werkwoord
lug
- overgankelijk, onovergankelijk slepen, sleuren, trekken, voortsleuren, voorttrekken
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.