zevenvoud

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zevenvoud    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ze·ven·voud
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zevenvoud zevenvouden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetzevenvoudo

  1. aantal dat zevenmaal zo groot is als het genoemde of bedoelde aantal
    • Net als zevenvoudig olympisch kampioen Esther Vergeer - ’mijn heldin’ - wil Jansen meedoen aan de Paralympics. "Wat ik nog mis, is ervaring. Dat hoop ik op te doen in buitenlandse toernooien.”[2] 
    • De zevenvoudig Grammy-winnares heeft sinds 2010 geen solowerk meer uitgebracht en kijkt er naar uit om weer te gaan optreden, ondanks haar strijd tegen de ziekte van Lupus.[3] 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord zevenvoud staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.