zie af

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zie af    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • zie af
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
afzien

zie af

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzien
    • Ik zie af. 
  2. gebiedende wijs van afzien
    • Zie af! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzien
    • Zie je af? 
  4. aanvoegende wijs van afzien

Gangbaarheid

  • Het woord zie af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.