zie uit

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zie uit    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • zie uit
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
uitzien

zie uit

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzien
    • Ik zie uit. 
  2. gebiedende wijs van uitzien
    • Zie uit! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzien
    • Zie je uit? 
  4. aanvoegende wijs van uitzien

Gangbaarheid

  • Het woord zie uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.