ziekenhuiscapaciteit

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ziekenhuiscapaciteit    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • zie·ken·huis·ca·pa·ci·teit
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ziekenhuiscapaciteit ziekenhuiscapaciteiten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deziekenhuiscapaciteitv

  1. (medisch)
    • De ziekenhuiscapaciteit is maar beperkt toereikend met een pandemie. 
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.