ziftsel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ziftsel    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • zift·sel
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van ziften met het achtervoegsel -sel
enkelvoud meervoud
naamwoord ziftsel ziftsels
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetziftselo

  1. datgene dat bij het zeven door de zeef valt
    • Het percentage ziftsel moet omlaag. Teveel ziftsel verpest de markt, grotere mark[t]waardige garnalen leveren immers meer op. 

Gangbaarheid

  • Het woord ziftsel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
25 %van de Nederlanders;
56 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.