zijden

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zijden    (hulp, bestand)
  • IPA:
    • (Nederland) /ˈzɛɪdə(n)/
    • (Vlaanderen) /ˈzɛːdə(n)/
Woordafbreking
  • zij·den
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van zijde met het achtervoegsel -en
stellend
onverbogen (alleen
attributief)
verbogen zijden

Bijvoeglijk naamwoord

zijden

  1. van zijde, van zijdegaren vervaardigd
    • Die zijden sjaal voelt enorm zacht aan. 
  2. op zijde gelijkend, als van zijde, zacht en glanzend
    • Ik streelde haar zijden huid. 
Gelijkklinkende woorden
Hyponiemen
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

dezijdenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord zijde
  2. meervoud van het zelfstandig naamwoord zij
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord zijden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.