zoekbrengen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zoekbrengen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • zoek·bren·gen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
zoekbrengen
bracht zoek
zoekgebracht
zwak -cht volledig

Werkwoord

zoekbrengen

  1. overgankelijk tijd besteden zonder specifiek doel
    • Zij brachten hun laatste vakantiedagen zoek aan de kust. 

Gangbaarheid

  • Het woord zoekbrengen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
53 %van de Nederlanders;
33 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.