zoeten

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zoeten    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈzutə(n)/ (2 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /ˈzu.tə(n)/
    • (Vlaanderen, Brabant): /ˈzu.tə(n)/
    • (Limburg): /ˈzu.tə(n)/
Woordafbreking
  • zoe·ten
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
zoeten
zoette
gezoet
zwak -t volledig

Werkwoord

zoeten

  1. overgankelijk zoet maken
    • Zoet jij je thee met suiker of honing? 
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord zoeten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
90 %van de Nederlanders;
88 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.