zomerbroek

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zomerbroek    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • zo·mer·broek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zomerbroek zomerbroeken
verkleinwoord zomerbroekje zomerbroekjes

Zelfstandig naamwoord

zomerbroek

  1. (kleding) een broek die geschikt is om te dragen als het warm is
Hyperoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'zomerbroek' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.