zomereendagsvlieg

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zomereendagsvlieg    (hulp, bestand)
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • zo·mer·een·dags·vlieg
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zomereendagsvlieg zomereendagsvliegen
verkleinwoord zomereendagsvliegje zomereendagsvliegjes

Zelfstandig naamwoord

dezomereendagsvliegv/m

  1. (haften) insect uit de familie Siphlonuridae  van haften (Ephemeroptera). De vleugelspanwijdte bedraagt 5 cm. Het dier heeft smalle voorvleugels en grote, opgerichte achtervleugels. De nimfen kunnen goed zwemmen, maar als ze zijn volgroeid, verlaten ze via een steen of stengel het water

Gangbaarheid

  • Het woord 'zomereendagsvlieg' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.