zoopje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zoopje    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈzopjə/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • zoop·je
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘drank, teug sterkedrank’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1645 [1]
  • Afgeleid van het werkwoord zuipen.
enkelvoud meervoud
naamwoord - -
verkleinwoord zoopje -

Zelfstandig naamwoord

hetzoopjeo

  1. drankje
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord zoopje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
20 %van de Nederlanders;
11 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.