zorgbonus

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zorgbonus    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • zorg·bo·nus
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zorgbonus zorgbonussen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de zorgbonus m

  1. een bonus voor het zorgpersoneel ten tijde van de coronapandemie als bedankje voor hun bijzondere inzet in deze moeilijke periode

Gangbaarheid

  • Het woord zorgbonus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.