zorgzaam

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zorgzaam    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • zorg·zaam
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van zorg met het achtervoegsel -zaam.
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen zorgzaamzorgzamerzorgzaamst
verbogen zorgzamezorgzamerezorgzaamste
partitief zorgzaamszorgzamers-

Bijvoeglijk naamwoord

zorgzaam

  1. met de nodige zorg
  2. geneigd tot het verlenen van zorg aan anderen
    • De zorgzame verpleegkunde was zeer vriendelijk tegen haar oude patiënt.  
Synoniemen
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Bijwoord

zorgzaam

  1. met veel liefdevolle aandacht
     In een rolletje, naast zijn zadel, hing een oude paardedeken. En die legde hij zorgzaam om de schouders van Sinterklaas.[1]
    • "Het was een fijn werk en al deden zijne vingers het ook nog zoo zorgzaam, toch was het eene pijnlijke behandeling, die zij onderging. Maar zijne teederheid deed haar de pijn vergeten."[2] 

Gangbaarheid

  • Het woord zorgzaam staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. “Het hele jaar rond: van Sinterklaas tot Sintemaarten” (1973), Lemniscaat , p. 13
  2. Louis Couperus (1890), Eline Vere.
  3. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.