zwengel aan

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zwengel aan    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • zwen·gel aan
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aanzwengelen

zwengel aan

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanzwengelen
    • Ik zwengel aan. 
  2. gebiedende wijs van aanzwengelen
    • Zwengel aan! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanzwengelen
    • Zwengel je aan? 

Gangbaarheid

  • Het woord zwengel aan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.