zwiepend

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zwiepend    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • zwie·pend

Werkwoord

vervoeging van: zwiepen
verbogen vorm: zwiepende

zwiepend

  1. onvoltooid deelwoord van zwiepen
stellend
onverbogen zwiepend
verbogen zwiepende
partitief zwiepends

Bijvoeglijk naamwoord

zwiepend

  1. ongecontroleerde zwaaiende bewegingen makend
    • Dirk Hut, van oorsprong Groninger, stond beneden op het platform en kon het zwiepende gevaarte maar nét ontwijken. Daarbij kwam hij hard tussen afgebroken onderdelen van het reuzenrad terecht. [1] 
    • Zwiepende hoogspanningskabels leidden tot knipperende lampen in huizen. De stroomonderbrekingen werden veroorzaakt door een fenomeen dat 'lijndansen' heet. [2] 
     ' Ze liet Rebecca's hand los en deed de zaak verder af met een zwiepend gebaar.[3]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord zwiepend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Tubantia Chris Klomp & Victor Schildkamp 10-01-17 Reuzenrad slaat op drift: Nederlander breekt ribben
  2. Tubantia 12-01-17 Rijkswaterstaat druk met strooien en sneeuwschuiven
  3. Amanda Block
    “De verloren verteller” (2021), The house of books, ISBN 9789044363647
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.