zwiepende

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zwiepende    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • zwie·pen·de

Werkwoord

vervoeging van: zwiepen
verbogen vorm: zwiependee

zwiepende

  1. verbogen vorm van zwiepend, het onvoltooid deelwoord van zwiepen

Bijvoeglijk naamwoord

zwiepende

  1. verbogen vorm van de stellende trap van zwiepend
     Hij ging zelf aan het roer staan, laveerde rond de zwiepende tentakels en redde de weinige piraten die dapper genoeg waren om naar zijn schip te zwemmen.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord zwiepende staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Amanda Block
    “De verloren verteller” (2021), The house of books, ISBN 9789044363647
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.