zwijgzaam
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zwijgzaam (hulp, bestand)
Woordafbreking
- zwijg·zaam
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | zwijgzaam | zwijgzamer | zwijgzaamst |
verbogen | zwijgzame | zwijgzamere | zwijgzaamste |
partitief | zwijgzaams | zwijgzamers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
zwijgzaam
- weinig sprekend
- Na de dood van haar vader is ze erg zwijgzaam geworden.
- ▸ Niet dat hij een zwijgzaam publiek was, want hij viel haar regelmatig in de rede met vragen: Is dat de Amy bij wie je in Londen hebt gelogeerd? Waarom wilde je juist geschiedenis studeren? Rebecca vond het niet langer vervelend dat hij zo nieuwsgierig was.[1]
- ▸ Terwijl ik de belevenissen van de dag in mijn schrift noteer, zit Bart zwijgzaam naast me.[2]
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord zwijgzaam staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zwijgzaam" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Amanda Block“De verloren verteller” (2021), The house of books, ISBN 9789044363647
- ↑ Annemarie Kruiper“Gewoonweg schitterend Wandelingen en ontmoetingen op het Pieterpad” (2023), AM Books, ISBN 9789090369914
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.