zwoerd

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zwoerd    (hulp, bestand)
  • IPA: /zʋurt/
Woordafbreking
  • zwoerd
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘spekrand’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1562 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord zwoerd zwoerden
verkleinwoord zwoerdje zwoerdjes

Zelfstandig naamwoord

hetzwoerdo

  1. harde buitenste laag van spek, ontstaan uit de huid van het varken
    • Ik houd van zwoerdjes! 

Gangbaarheid

  • Het woord zwoerd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
87 %van de Nederlanders;
84 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.