écouteur
Frans
Uitspraak
- Geluid: écouteur (hulp, bestand)
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
écouteur | l'écouteur | écouteurs | les écouteurs |
Zelfstandig naamwoord
écouteur m
Synoniemen
- [1] auditeur
Antoniemen
- [2] microphone
Verwante begrippen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.