über-

Nederlands

Huidig
bestand
4
Uitspraak
  • Geluid:  über-    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈybər/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • über-
Woordherkomst en -opbouw

Voorvoegsel

über-

  1. in hoge mate, heel erg
    1. (jongerentaal) als versterking van een bijvoeglijk naamwoord
    2. (pejoratief) met de bijbetekenis "overmatig, te veel" bij een zelfstandig naamwoord
Verwante begrippen
  • super- (ook versterkend, maar zonder pejoratieve bijbetekenis)
  • hyper- (ook versterkend, maar niet altijd met pejoratieve bijbetekenis)
Opmerkingen
Hyponiemen

 [1] de woorden met über- als eerste deel dat het laatste deel versterkt, zijn eenvoudig te vinden in de categorie Intensivering in het Nederlands

[1] enige woorden met het voorvoegsel "über-" die nog moeten worden toegevoegd:
  • überbitch
  • überleuk
  • übermacho
  • überouder
  • überopvoeder
  • übernerd
  • überoplichter
  • überpuber
  • übersentimenteel
  • übertof

Gangbaarheid

  • Het woord 'über-' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Booij, Geert
    “12.4.2.1.3 Versterking: de voorvoegsels aarts-, hyper-, mega-, super-, über- en ultra-” (juni 2022) op e-ans.ivdnt.org (Algemene Nederlandse Spraakkunst)
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.