нидерландец

Russisch

enkelvoud meervoud
nominatief нидерла́ндецнидерла́ндцы
genitief нидерла́ндцанидерла́ндцев
datief нидерла́ндцунидерла́ндцам
accusatief нидерла́ндцанидерла́ндцев
instrumentalis нидерла́ндцемнидерла́ндцами
locatief о нидерла́ндцео нидерла́ндцах

Zelfstandig naamwoord

нидерландец m

  1. (demoniem) Nederlander
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.