правда

Russisch

Uitspraak
  • Geluid:  правда    (hulp, bestand)
  • IPA: [ˈpravdə]
Woordafbreking
  • пра́в-да
enkelvoud meervoud
nominatief пра́вдапра́вды
genitief пра́вдыпра́вд
datief пра́вдепра́вдам
accusatief пра́вдупра́вды
instrumentalis пра́вдой
пра́вдою
пра́вдами
locatief пра́вдепра́вдах

Zelfstandig naamwoord

правда v

  1. waarheid
    «Сказать правду.»
    De waarheid zeggen.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.