ἀπό
Oudgrieks
Woordherkomst en -opbouw
Voorzetsel
ἀπό + genitief
- (plaats) van ... af, vanaf, van ... vandaan, weg van
- (tijd) vanaf, sinds
- (oorsprong) van, vanuit; ten gevolge van, door; dankzij, met
- «᾿Εὰν δὲ ἀπό τῶν προβάτων τὸ δῶρον αὐτοῦ τῷ Κυρίῳ, ἀπό τε τῶν ἀρνῶν καὶ τῶν ἐρίφων, εἰς ὁλοκαυτώματα, ἄρσεν ἄμωμον προσάξει αὐτὸ καὶ ἐπιθήσει τὴν χεῖρα ἐπὶ τὴν κεφαλὴν αὐτοῦ.[1]»
- En indien zijn gift aan de Heer uit schapen bestaat, of uit lammeren of uit geitenbokjes voor het brandoffer, hij zal een mannetje brengen zonder mankementen en hij zal zijn hand leggen op de kop ervan.
- «᾿Εὰν δὲ ἀπό τῶν προβάτων τὸ δῶρον αὐτοῦ τῷ Κυρίῳ, ἀπό τε τῶν ἀρνῶν καὶ τῶν ἐρίφων, εἰς ὁλοκαυτώματα, ἄρσεν ἄμωμον προσάξει αὐτὸ καὶ ἐπιθήσει τὴν χεῖρα ἐπὶ τὴν κεφαλὴν αὐτοῦ.[1]»
- (verwijdering) tegen
Verwijzingen
- ↑ Septuagint Leviticus 1:10
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.