A-bom

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  A-bom    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • A-bom
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘atoombom’ voor het eerst aangetroffen in 1945 [1]
  • (samenkoppeling) van A en bom [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord A-bom A-bommen
verkleinwoord A-bommetje A-bommetjes

Zelfstandig naamwoord

deA-bomv/m

  1. (militair) een atoombom
    • Op 6 augustus 1945 werd een A-bom gegooid op Hiroshima. 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord A-bom staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Afrikaans

enkelvoud meervoud
naamwoord A-bom A-bomme

Zelfstandig naamwoord

A-bom

  1. A-bom
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.