atoombom

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  atoombom    (hulp, bestand)
  • IPA: /aˈtombɔm/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • atoom·bom
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘nucleaire bom’ voor het eerst aangetroffen in 1945 [1]
  • samenstelling van  atoom  en  bom  [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord atoombom atoombommen
verkleinwoord atoombommetje atoombommetjes

Zelfstandig naamwoord

deatoombomv/m

  1. een bom waarvan de vernietigingskracht berust op het vrijkomen van energie door de splitsing van atomen
    • Veel mensen vinden de atoombom een verschrikkelijk oorlogswapen. 
Hyperoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord atoombom staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.