Angolees blauwfazantje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  Angolees blauwfazantje    (hulp, bestand)
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • An·go·lees blauw·fa·zant·je
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord
verkleinwoord Angolees blauwfazantje Angolese blauwfazantjes

Zelfstandig naamwoord

hetAngolees blauwfazantjeo dim. tant.

  1. (zangvogels) Uraeginthus angolensis  een kleurig vogeltje uit de familie van de prachtvinken (Estrildidae)
Hyperoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'Angolees blauwfazantje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.