blauwfazantje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  blauwfazantje    (hulp, bestand)
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • blauw·fa·zant·je
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord
verkleinwoord blauwfazantje blauwfazantjes

Zelfstandig naamwoord

hetblauwfazantjeo dim. tant.

  1. (zangvogels) Uraeginthus bengalus  een kleurig vogeltje uit de familie van de prachtvinken (Estrildidae ). De vogel komt voor in Afrika ten zuiden van de Sahara. Het is ook een vaak gehouden volièrevogel
Hyperoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord 'blauwfazantje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.