Bäcker
Duits
Uitspraak
- Geluid: Bäcker (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbɛkɐ /
Woordafbreking
- Bä·cker
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van het Duitse werkwoord backen ww met het achtervoegsel -er
- Middelhoogduits: becker zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | der Bäcker | die Bäcker |
genitief | des Bäckers | der Bäcker |
datief | dem Bäcker | den Bäckern |
accusatief | den Bäcker | die Bäcker |
Naar frequentie | 14174 |
---|
Zelfstandig naamwoord
Bäcker, m
- (beroep) bakker
- «Aufgrund des zunehmenden Preisdrucks mussten in den letzten Jahrzehnten viele traditionelle Bäcker ihren Betrieb aufgeben.»
- Vanwege de toenemende prijsdruk moesten veel traditionele bakkers de afgelopen decennia hun onderneming opgeven.
- «Aufgrund des zunehmenden Preisdrucks mussten in den letzten Jahrzehnten viele traditionelle Bäcker ihren Betrieb aufgeben.»
Hyperoniemen
- (verouderd, Zuid-Duitsland) Pfister
Hyperoniemen
|
Afgeleide begrippen
|
Verwante begrippen
- backen ww
Opmerkingen
- Latijn: pistor zn
- Oudhoogduits: pfistur zn
- Middelhoogduits: pfister zn
- Middelhoogduits: phister zn
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.