Bürgermeister

Duits

Uitspraak
  • Geluid:  Bürgermeister    (hulp, bestand)
  • IPA: / ˈbʏrgɐmaistɐ /
Woordafbreking
  • Bür·ger·meis·ter
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Middelhoogduitse zelfstandige naamwoord "burgermeister"
  • Samenstelling van de Duitse zelfstandige naamwoorden Bürger en Meister
enkelvoud meervoud
nominatief der Bürgermeisterdie Bürgermeister
genitief des Bürgermeistersder Bürgermeister
datief dem Bürgermeisterden Bürgermeistern
accusatief den Bürgermeisterdie Bürgermeister

Zelfstandig naamwoord

Bürgermeister, m

  1. (politiek) burgemeester
Synoniemen
  • (in het Zwitserland vaak) Gemeindepräsident
  • Gemeindevorsteher
  • Stadtoberhaupt
Antoniemen
  • Bürgermeisterin
Afgeleide begrippen
  • Bürgermeisteramt
  • Bürgermeisterei
  • Oberbürgermeister
Verwante begrippen
  • Ortsvorsteher
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.