Boeddha

Niet te verwarren met: boeddha

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  Boeddha    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈbuda/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • Boed·dha
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoudbezitsvorm meervoud
naamwoord BoeddhaBoeddha's Boeddha's
verkleinwoord -- -

Eigennaam

deBoeddham

  1. (religie) de stichter van het boeddhisme, de Indische prins Gautama Boeddha
     In de Lakkhanasutta, deel van de uitgebreide onderrichtingen door de Boeddha staan de zogenoemde „32 lichaamskenmerken” van de Boeddha genoemd.[3]
      Een dezer beelden, een der bekende wachters des Tempels van Boeddha, was op de beenen gezeten en negen voet hoog; de armen en beenen waren aan de gewrichten met slangen versierd, die, als de afbeelding der onsterfelijkheid, hunne staarten in den bek namen.[4]
  2. (religie) (boeddhisme) elke volledig 'ontwaakte' persoon
     Enerzijds is Maitreya inderdaad de wereldleraar en de wedergekomen Christus, maar - of het niet op kan - is hij tevens de Messias van de Joden, de Mahdi van de Mohammedanen, de vijfde Boeddha en voor de Hindoes de nieuwe incarnatie van Krishna.[5]
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord Boeddha staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Boeddha op website: Etymologiebank.nl
  3. Weblink bron
    Ingmar Vriesema
    “Boeddha is meer dan een tuinkabouter” (14 december 2013) op nrc.nl
  4. Weblink bron “Dagverhaal van eene reis door den Oosthoek van Java in het jaar 1825” (1828), p. 28 op Delpher
  5. Weblink bron
    Paul Abbey
    “Het item : wereldleraar” (31 oktober 1981) op nrc.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.