Burundees
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: Burundees (hulp, bestand)
Woordafbreking
- Bu·run·dees
Woordherkomst en -opbouw
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | Burundees | Burundezen |
| verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de Burundees m
- (demoniem) een inwoner van Burundi, of iemand afkomstig uit Burundi
Verwante begrippen
| Demoniemen bij Burundi in het Nederlands | |||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
|
inwoner: Burundees • inwoonster: Burundese • bijvoeglijk: Burundees | |||||||||||
| stellend | vergrotend | overtreffend | |
|---|---|---|---|
| onverbogen | Burundees | Burundeser | Burundeest |
| verbogen | Burundese | Burundesere | Burundeeste |
| partitief | Burundees | Burundesers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
Burundees
- (demoniem) op Burundi betrekking hebbend
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord Burundees staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.