-ees

Nederlands

Huidig
bestand
78
Uitspraak
  • Geluid:  -ees    (hulp, bestand)
  • IPA: /es/
Woordafbreking
  • -ees
Woordherkomst en -opbouw

Achtervoegsel

enkelvoud meervoud
naamwoord -ees -ezen
verkleinwoord -eesje -eesjes

-ees

  1. ter vorming van zelfstandige naamwoorden:
    1. (aardrijkskunde) m voor de bewoner van de geografische plaats of streek etc.
    2. o voor de taal die hoort bij het door het grondwoord bedoelde gebied
  2. ter vorming van geografische namen van bijvoeglijk naamwoorden met de betekenis:
    1. betreffende het door het grondwoord bedoelde gebied
    2. betreffende de taal van het door het grondwoord bedoelde gebied
Hyponiemen

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.