Damascus
Nederlands
demoniem | |
---|---|
inwoner | Damasceen, Damascener |
vrouwelijke inwoner | Damasceense |
bijvoeglijk | Damasceens, Damascener |
Uitspraak
- Geluid: Damascus (hulp, bestand)
Woordafbreking
- Da·mas·cus
enkelvoud | bezitsvorm | meervoud | |
---|---|---|---|
naamwoord | Damascus | Damascuss | - |
verkleinwoord | - | - | - |
Eigennaam
Damascus
Meer informatie
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Zeven buitenlandse soldaten omgekomen bij Israëlische bombardementen op Damascus” (27 februari 2005), Metro (België)
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.