Europacupfinale

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  Europacupfinale    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • Eu·ro·pa·cup·fi·na·le
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Europacupfinale Europacupfinales
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deEuropacupfinalev/m

  1. (sport) laatste wedstrijd van het Europacuptoernooi waarvan de winnaar de Europacuptitel ontvangt
     Feyenoord haalt de Europacupfinale dan wel niet, het Nederlands voetbal timmert aan de weg.[1]
     Bij de Europacupfinale tussen Liverpool en Juventus kwamen 39 fans om het leven.[2]

Gangbaarheid

  • Het woord Europacupfinale staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Weblink bron “De dag dat Nederland van Luxemburg verloor” (13-11-2016), NOS
  2. Weblink bron “Ook vuurwerk op buitenlands gras” (22-04-2014), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.