Halloween

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  Halloween    (hulp, bestand)
  • IPA: /hɛloˈwiːn/
Woordafbreking
  • Hal·lo·ween
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Halloween Halloweens
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deHalloweenm

  1. (feest) griezelig verkleedfeest, oorspronkelijk uit de Angelsaksische wereld, dat gevierd wordt op de vooravond van Allerheiligen
    • Met Halloween verkleden mensen zich zo griezelig mogelijk. 
Afgeleide begrippen

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord Halloween staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Engels

Uitspraak
  • Geluid:  Halloween (VS)    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌhæləˈwiːn/
Woordafbreking
  • Hal·low·een
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
Halloween Halloweens

Zelfstandig naamwoord

Halloween

  1. Halloween, de avond van 31 oktober, waarop kinderen griezelig verkleed langs de deuren gaan en snoep uitgedeeld krijgen, de vooravond van Allerheiligen op 1 november
Overerving en ontlening
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.