Allerheiligen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: Allerheiligen (hulp, bestand)
- IPA: / ˌɑlərˈhɛiləɣə(n) / (5 lettergrepen)
Woordafbreking
- Al·ler·hei·li·gen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | bezitsvorm | meervoud | |
---|---|---|---|
naamwoord | Allerheiligen | Allerheiligens | - |
verkleinwoord | - | - | - |
Eigennaam
Allerheiligen o
- een rooms-katholieke feestdag op 1 november ter gezamenlijke verering van alle heiligen van de Kerk
Verwante begrippen
Vertalingen
1. een rooms-katholieke feestdag op 1 november ter gezamenlijke verering van alle heiligen van de Kerk
Gangbaarheid
- Het woord Allerheiligen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "allerheiligen" (met een kleine letter) herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Allerheiligen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Håkan Nesser“Herfst op Gotland” (2021), De Geus (uitgeverij), ISBN 9789044535624
- ↑ Thomas Eyskens“Er is niets te zien en dat moet je zien” (2014), De Arbeiderspers , ISBN 9789029593380
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.