Kamper

Niet te verwarren met: kamper

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  Kamper    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈkɑmpər/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • Kam·per
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van Kampen met het achtervoegsel -er [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord Kamper Kampers
verkleinwoord Kampertje Kampertjes

Zelfstandig naamwoord

deKamperm

  1. (demoniem) inwoner van de plaats Kampen
Synoniemen
  • [1] Kampenaar
stellend
onverbogen Kamper
verbogen -

Bijvoeglijk naamwoord

Kamper

  1. afkomstig uit of betrekking hebbend op de plaats Kampen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord 'Kamper' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.