Maimonides

Nederlands

Uitspraak
  • IPA: /mɑjˈmonidɛs/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • Mai·mo·ni·des
Woordherkomst en -opbouw
  • van middeleeuws Latijn Maimonides "zoon van Maimon"
    • m: als benaming voor Mosjee ben Maimon [1]
    • o: genoemd naar de geleerde Mosje ben Maimon [2]
  enkelvoud
nominatief   Maimonides  
genitief   Maimonides'  

Eigennaam

Maimonides m

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) Mosjee ben Maimon, Joods denker, autoriteit op het gebied van de Talmoed, arts (1135-1204)
Synoniemen

Eigennaam

Maimonides o

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) (onderwijs) joodse school voor voortgezet onderwijs in Amsterdam

Gangbaarheid

  • Het woord 'Maimonides' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
  2. Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands

Latijn

Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van de naam Maimon met het achtervoegsel -ides "zoon van Maimon", als vertaling van Hebreeuws  בֵּן מַיְמוֹן‎ en  (ben Maimon)

Eigennaam

Maimonides m

  1. zoon van Maimon, benaming voor de Joodse geleerde Maimonides
Overerving en ontlening
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.