Mundartdichterin
Duits
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: / ˈmʊntaːɐtdɪçtʀɪn /
Woordafbreking
- Mund·art·dich·te·rin
Woordherkomst en -opbouw
- Samenstelling van de Duitse zelfstandige naamwoorden Mundart en Dichterin
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | die Mundartdichterin | die Mundartdichterinnen |
genitief | der Mundartdichterin | der Mundartdichterinnen |
datief | der Mundartdichterin | den Mundartdichterinnen |
accusatief | die Mundartdichterin | die Mundartdichterinnen |
Zelfstandig naamwoord
Mundartdichterin, v
- (letterkunde) dialectdichteres, streektaaldichteres (vrouwelijke vorm)
Synoniemen
- Dialektdichter
Hyperoniemen
- Dichterin
- Sprache
Afgeleide begrippen
- Mundartdichter (mannelijke vorm)
Verwante begrippen
- Mundartdichtung
- Mundartgedicht
- Mundartsprecher
- Mundartsprecherin
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.