Quitoër

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  Quitoër    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • Qui·toër, Qui·to·er
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van Quito met het achtervoegsel -er
enkelvoud meervoud
naamwoord Quitoër Quitoërs
verkleinwoord Quitoërtje Quitoërtjes

Zelfstandig naamwoord

deQuitoërm

  1. (demoniem) inwoner van de stad Quito
    • De Quitoërs hielden een indrukwekkende demonstratie. 
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord 'Quitoër' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.