Schriftwoord
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: Schriftwoord (hulp, bestand)
- IPA: / ˈsxrɪftwort / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- Schrift·woord
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van Schrift en "Bijbel" en woord zn "uitspraak" , gespeld met een hoofdletter volgens spellingregel 16.P
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Schriftwoord | Schriftwoorden |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het Schriftwoord o
- (religie) (christelijk) tekst zoals die letterlijk uit de Bijbel komt
- ▸ Vanwege haar paradijselijke onschuld kon een meisje uit afgesloten ruimten als een pijl uit de boog ontsnappen; ze kon de vogels in het veld met de hand pakken en er mee spelen. Dit bevestigt het Schriftwoord: waar de Geest des Heren woont, is vrijheid.[1]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord Schriftwoord staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron C.M. Stutvoet-Joanknecht“Der byen boeck. De Middelnederlandse vertalingen van Bonum universale de apibus van Thomas van Cantimpré en hun achtergrond.”, proefschrift (1990), VU Uitgeverij, Amsterdam, ISBN 9789062569236, p. 363
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.