Staatsbosbeheer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  Staatsbosbeheer    (hulp, bestand)
  • IPA: /statzˈbɔzbəˌher/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • Staats·bos·be·heer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Staatsbosbeheer -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetStaatsbosbeheero

  1. (regering) dienst van de landelijke overheid belast met houtproductie en de instandhouding van natuurgebieden
     Natuurorganisaties waaronder Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten lieten afgelopen weekend weten zich zorgen te maken over de drukte in natuurgebieden, omdat het broedseizoen aanstaande is.[2]

Gangbaarheid

  • Het woord Staatsbosbeheer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Weblink bron
    Marcel aan de Brugh
    “‘Menselijke drukte op de Veluwe werd wolvin fataal’” (7 maart 2021) op nrc.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.