Statiaan
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: Statiaan (hulp, bestand)
- IPA: / staˈ(t)ʃan / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- Sta·ti·aan
Woordherkomst en -opbouw
- met het achtervoegsel -aan van Engels Statian, op te vatten als (verkorting) van Sint-Eustatiaan
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | Statiaan | Statianen |
| verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de Statiaan m
- (demoniem) iemand die woonachtig is op of afkomstig van het eiland Sint-Eustatius
- ▸ Zo wacht op Curaçao de familie van een overleden Statiaan op een vlucht naar het eiland en zit een meisje wier school in Miami weer is begonnen juist vast op Sint-Eustatius, net als een vrouw die naar de begrafenis van haar zus in Suriname wil en een Nederlandse student die voor een stage op het eiland is.[1]
Verwante begrippen
| Demoniemen bij Sint-Eustatius in het Nederlands | |||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
|
inwoner: Statiaan • inwoonster: Statiaanse • bijvoeglijk: Statiaans | |||||||||||
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord Statiaan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Kasper van Laarhoven“Sint-Eustatius voelt zich vergeten” (27 september 2017) op nrc.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.